Het sterrenbeeld Turdus Solitarius
Het sterrenbeeld Turdus Solitarius werd in 1776 door de Franse astronoom Pierre-Charles Le Monnier (1715 – 1799) beschreven in een artikel “Constellation du Solitaire” dat werd gepubliceerd in de Mémoires van de Franse Koninklijke Academie van Wetenschappen. Hij noemde 22 sterren en beschreef het sterrenbeeld als “een vogel uit Indië en de Filipijnen”. Hij realiseerde zich blijkbaar niet dat het over twee verschillende vogels ging. Het sterrenbeeld kwam terecht op de staart van Hydra – Waterslang en de kop van de vogel viel over de zuidelijk pan van Libra – Weegschaal heen.
Le Monnier zei dat hij het sterrenbeeld had geïntroduceerd als herinnering van de reis van de Fransman Alexandre-Guy Pingré naar het eiland Rodrigues in de Indische Oceaan. Pingé nam in 1761 vanaf daar de Venusovergang voor de Zon waar. Vermoedelijk bedoelde Le Monnier met zijn sterrenbeeld de Rorigues solitaire, een loopvogel die nauw verwant was aan de dodo en die alleen op Rodrigues voorkwam en die Pingé op het eiland had willen vinden. Dit lukte niet omdat deze vogel mogelijk al bijna helemaal was uitgestorven.
Echter de vogel die Le Monnier op zijn diagram afbeeldde lijkt meer op een vrouwelijke blauwe rotslijster (Monticola solitarius uit de familie van de Turdidae). Dit is een heel andere vogel dan de Rodriguessolitaire dus het lijkt erop dat Le Monnier de verkeerde lijster koos toen hij zijn sterrenbeeld tekende.
In zijn Uranographia veranderde Johann Bode de naam in Turdus Solitarius. Het sterrenbeeld staat op kaart XIV van de Uranographia
Op een sterrenkaart van de Britse geleerde Thomas Young (1773 – 1829) verscheen het sterrenbeeld als de Spotlijster en de Britse amateur astronoom Alexander Jamieson (1782 – 1850) noemde het sterrenbeeld in zijn Celestial Atlas uit 1822 Noctua – Uil. Jamieson vond het vreemd dat er geen uil aan de sterrenhemel stond terwijl die toch frequent in de geschiedenis voorkomt en zelfs op oude Egyptische monumenten een belangrijke rol speelt. De vogel die Jamieson afbeeldde had pluimpjes aan zijn oren en moest vermoedelijk een woestijnoehoe voorstellen zoals die ook op de Egyptische hiëroglyfen voorkomen.
Eerste publicatie: 29 juli 2009
Volledige revisie: 12 maart 2019