Zonachtige sterren vertonen iedere 100 jaar supervlammen
Een onderzoek van zonachtige sterren suggereert dat ze gemiddeld eens per 100 jaar een supervlam produceren.

Eerder dit jaar ervoer de Aarde twee geomagnetische stormen veroorzaakt door uitbarstingen van straling van de Zon. Deze uitbarstingen hadden een impact op satellieten in de ruimte en communicatiesystemen op de grond. Het blijkt dat de Zon in staat is tot veel krachtigere zonnevlammen.
De Zon is een gigantische gloeiende bal van plasma die ons zonnestelsel bij elkaar houdt, maar er zijn miljarden sterren zoals deze verspreid in het heelal. Hoewel wetenschappers de Zon pas de afgelopen 60 jaar van dichtbij bestuderen, kan het monitoren van zonachtige sterren in verschillende stadia van hun leven helpen het gedrag van de gastster van de Aarde te voorspellen. In de hoop erachter te komen of de Zon in staat is om supervlammen te produceren, die duizenden keren krachtiger zijn dan een zonnevlam, bestudeerde een team wetenschappers gegevens van 56.000 zonachtige sterren. Het team identificeerde 2889 supervlammen op 2527 van de sterren, wat aangeeft dat sterren met vergelijkbare temperaturen en variabiliteit als onze Zon ongeveer eens per eeuw supervlammen produceren.
Tot nu toe zijn wetenschapers er nog steeds niet zeker van of de Zon in staat is om een supervlam te produceren, aangezien er nog geen dergelijke gebeurtenis is geregistreerd op onze gastster. Extreme zonneactiviteit in het verleden heeft zijn sporen achtergelaten op Aarde in de vorm van isotopenpieken, maar deze gebeurtenissen blijven achter bij de energieniveaus die van een supervlam worden verwacht, aldus het onderzoek. Dat gezegd hebbende, geven de bevindingen, gepubliceerd in het tijdschrift Science, wetenschappers niet alleen een beter begrip van onze gastster maar kunnen ze hen ook helpen om toekomstige geomagnetische stormen die onze technologie op Aarde verstoren, beter te voorspellen.
“We wilden bepalen hoe vaak onze Zon supervlammen produceert; de duur van directe zonnewaarnemingen is echter relatief kort”, aldus Valeriy Vasilyev van het Max Planck Instituut voor Zonnestelselonderzoek en hoofdauteur van het nieuwe onderzoek.
In plaats van te vertrouwen op waarnemingen van de Zon, wendden de onderzoekers zich tot gegevens verzameld door de Keper Space Telescope van de NASA die tijdens zijn 9 jarig verblijf in de ruimte het heelal afzocht naar exoplaneten. “Een alternatieve aanpak is om de uitgebreide data te analyseren die door ruimtetelescopen zoals Kepler zijn verzameld… door ongeveer 56.000 zonachtige sterren waar te nemen gedurende een periode van 4 jaar, hebben we effectief het equivalent van ongeveer 220.000 jaar aan zonswaarnemingen verzameld,” aldus Vasilyev.
De bevindingen onthulden ook dat de frequentie van supervlammen overeenkomt met eerder waargenomen zonnevlampatronen van de Zon, wat suggereert dat er een gedeeld onderliggend mechanisme is. Een gewone zonnevlam – gigantische explosies op de Zon die deeltjes met hoge snelheid de ruimte in slingeren – zendt een equivalent van 10 miljoen keer de energie uit die vrijkomt met een vulkaanuitbarsting op Aarde. Supervlammen daarentegen zijn 10.000 keer krachtiger dan zonnevlammen.
Vlammen zijn een natuurlijk fenomeen van zonneactiviteit. De Zon volgt een cyclus van 11 jaar die het niveau van de zonneactiviteit beïnvloedt. Dit jaar bevestigde NASA dat de Zon zich in zijn zonnemaximum bevindt, een periode van verhoogde activiteit die wordt gekenmerkt door intense zonnevlammen en coronale massa-ejecties. In mei trof een G5-storm, of extreme, geomagnetische storm, de Aarde als gevolg van grote uitbarstingen van plasma uit de corona van de Zon (ook bekend als plasmawolken). De G5-storm, de eerste die de Aarde in meer dan 20 jaar trof, veroorzaakte enkele schadelijke effecten op het elektriciteitsnetwerk op Aarde en resulteerde in duizenden satellieten die van positie veranderden in een lage baan om de Aarde.
“Als een supervlam gepaard gaat met een coronale massa-ejectie kan dit leiden tot extreme geomagnetische stormen op Aarde”, zei Vasilyev. “Zulke stormen kunnen technologische systemen ernstig verstoren.”
De onderzoeker merkte op dat er meer gedetailleerde onderzoeken nodig zijn om te bepalen of de waargenomen sterren verschillen van de Zon, of dat hun activiteit het toekomstige potentieel van onze gastster weerspiegelt. De Zon wordt beschouwd als een typische gele dwergster. Onlangs werd echter ontdekt dat de Zon een veel lagere helderheidsvariabiliteit vertoont in vergelijking met andere zonachtige sterren in het gezichtsveld van de Kepler Space Telescope, aldus Vasilyev. “Dit geeft aan dat de Zon minder actief is dan de meeste zonne-analogen”, voegde hij eraan toe.
Het onderzoek hield rekening met deze factor door een grotere en representatievere steekproef van zonachtige sterren op te nemen, maar het is niet duidelijk of dat van invloed zou zijn op het vermogen van de Zon om supervlammen te produceren zoals zijn stellaire tegenhangers.
Eerste publicatie: 15 december 2024
Bron: Gizmodo & anderen