Webb bekeek een geïsoleerd dwergsterrenstelsel
De nieuwe afbeelding van het onregelmatige dwergsterrenstelsel Wolf-Lundmark-Melotte toont het opmerkelijke vermogen van de Webb Space Telescope om zwakke sterren buiten de Melkweg op te lossen.
Wolf-Lundmark-Melotte (WLM) bevindt zich op een afstand van ongeveer 3,1 miljoen lichtjaar in de richting van het sterrenbeeld Cetus – Walvis.
Het sterrenstelsel werd in 1909 voor het eerst gezien door de Duitse astronoom max Wolf. Maar de aard ervan als een sterrenstelsel werd pas in 1926 vastgesteld door de astronomen Knutt Lundmark en Philibert Jacques Melotte.
Het stelsel is ook bekend als DDO 221 en LEDA 143. Het heeft een doorsnede van ongeveer 8000 lichtjaar. Hierbij behoort een halo van extreme oude sterren die in 1996 werd gevonden.
Ofschoon het wordt beschouwd als lid van de Lokale Groep van sterrenstelsels (de verzameling sterrenstelsels die de Melkweg, de Magelhaanse Wolken, Andromeda, M33 en tientallen kleinere sterrenstelsels omvat) staat WLM alleen aan de buitenranden van de groep als een van de meest afgelegen leden.
Het sterrenstelsel is feitelijk zo klein en afgezonderd dat het misschien ooit een interactie heeft ondergaan met een ander sterrenstelsel van de Lokale Groep – of misschien zelfs met een ander sterrenstelsel in de geschiedenis van het heelal.
WLM is een dwergsterrenstelsel in onze galactische omgeving, Het is redelijk dicht bij ons eigen sterrenstelsel aar het is ook relatief geïsoleerd.. Astronomen denkend at het geen interactie heeft gehad met andere systemen end at maakt het een leuk stelsel om theorieën over het ontstaan en de evolutie van sterrenstelsels te testen.
Veel van de andere nabijgelegen sterrenstelsels zijn verweven en verstrengeld met de Melkweg en daardoor zijn de lastiger te bestuderen.
Een ander interessant en belangrijk aspect van WLM is dat zijn gas vergelijkbaar is met het gas waaruit sterrenstelsels in het vroege heelal bestonden. Het is, chemisch gezien, redelijk onverrijkt en dat komt doordat het sterrenstelsel veel van deze elementen heeft verloren door iets wat astronomen “galactische winden” noemen.
Hoewel WLM recent nog stervorming kende – eigenlijk gedurende de kosmische tijd – en die nieuwe sterren nieuwe elementen hebben gesynthetiseerd, wordt een deel van het materiaal uit het sterrenstelsel verdreven wanneer de massieve sterren exploderen.
Supernova’s kunnen krachtig en energiek genoeg zijn om materiaal uit kleine, lichte sterrenstelsels zoals WLM te duwen.
Volgens de onderzoekers maakt dit WLM heel erg interessant omdat je het sterrenstelsel kan gebruiken om te bestuderen hoe sterren ontstaan en evolueren in kleine sterrenstelsels zoals die in het oude heelal aanwezig waren.
De nieuwe afbeelding van het WLM-stelsel is gemaakt als onderdeel van Webb’s Early Release Science (ERS)-programma 1334 dat is gericht op in sterren opgeloste populaties.
Op de opname zijn een groot aantal individuele sterren zichtbaar met verschillende kleuren, afmetingen, temperaturen, leeftijden en evolutiestadia; interessante wolken van nevelgas in het sterrenstelsel, voorgrondsterren met Webb’s kenmerkende diffratiespikes en achtergrondsterrenstelsels met mooie kenmerken zoals getijdenstaarten.
Natuurlijk is het uitzicht veel dieper en beter dan onze ogen ooit zouden kunnen zien. Zelfs als je uitkijkt vanaf een planeet in het midden van dit sterrenstelsel en zelfs als je infrarood licht zou kunnen zien zou je bionische ogen nodig hebben om te kunnen zien wat Webb ziet.
De belangrijkste wetenschappelijke focus is het reconstrueren van de stervormingsgeschiedenis van dit sterrenstelsel, aldus de onderzoekers.
Sterren met een lage massa kunnen miljarden jaren leven end at betekent dat sommige van de sterren die we tegenwoordig in WLM zien in het jonge heelal zijn ontstaan.
Door de eigenschappen van deze sterren met een lage massa (zoals hun leeftijd) te bepalen kunnen astronomen inzicht krijgen in wat er in het verre verleden gebeurde.
Het is zeer complementair aan wat astronomen leren over het vroege ontstaan van sterrenstelsels door te kijken naar systemen met een hoge roodverschuiving waar men sterrenstelsels ziet zoals ze bestonden toen ze voor het eerst werden ontstonden..
Eerste publicatie: 11 november 2022
Bron: sci-news