Het geocentrische model van het zonnestelsel
Het geocentrische model, ook bekend als het Ptolemeïsche model, is een theorie die is ontwikkeld door filosofen in het Oude Griekenland. Het is vernoemd naar de filosoof Claudius Ptolemeus die leefde van ongeveer 90 tot 168 v. Chr. Het model werd ontwikkeld om de bewegingen van de planeten, de Zon en zelfs de sterren om de Aarde te verklaren. Het geocentrische model bestond zelfs al voor Ptolemeus; in oude manuscripten zijn beschrijvingen zijn teruggevonden die dateren van voor de vierde eeuw voor Christus. Ptolemeus en ook Plato hebben het model verfijnd en er over gepubliceerd.
De Grieken merkten verschillen op tussen de manier waarom de planeten bewegen en het basis geocentrische model. Ze begonnen het model aan te passen en ze introduceerden enkele variaties. In deze modellen draaien planeten en andere hemellichamen in cirkels die liggen op cirkelvormige banen om de Aarde.
Het Ptolemeïsche systeem is de meest bekende variatie van het geocentrische model dat bestond uit een complexe interactie van cirkels. Ptolemeus geloofde dat iedere planeet rond een cirkel draait, dit werd een epicykel oftewel een hulpcirkel genoemd. Deze hulpcirkels draaien om een grote cirkel – de hoofdcirkel – om de Aarde. Het centrum van deze hoofdcirkel – ook wel deferent genoemd – is niet de Aarde maar een punt ongeveer op het midden van de afstand tussen de Aarde en de equant. Deze equant was de oplossing van Ptolemeus voor de waargenomen afwijkingen die niet met het standaard geocentrische model verklaard konden worden. De equant kan gedefinieerd worden als het punt waar het centrum van de epicykel altijd met dezelfde snelheid lijkt te bewegen. Als het epicentrum op een andere plaats op de deferent ligt dan beweegt de planeet met een andere snelheid. Om het nog een beetje ingewikkelder te maken heeft iedere planeet een eigen equant. Een diagram van het Ptolemeïsche systeem lijkt dan ook op een grote warboel van elkaar overlappende cirkels.
Ondanks de problemen en de complexiteit heeft het geocentrische model tot in de 16-de eeuw stand gehouden. Eén van de redenen hiervoor was dat het klopte met diverse waarnemingen die de Grieken hadden gedaan waaronder het feit dat voorwerpen naar de Aarde vallen en het feit dat uitgaande van de helderheid van Venus, de planeet zich altijd op ongeveer dezelfde afstand van de Aarde bevond. In de loop van de tijd, toen nieuwe modellen werden ontwikkeld en er steeds meer bewijs kwam dat het geocentrische model niet klopte werd het schoorvoetend vervangen door modellen die door Copernicus en anderen werden ontwikkeld.
Copernicus stelde een heliocentrisch model op van het zonnestelsel. Dit is een model waarin alles om de Zon draait. Met de kennis van nu lijkt dat heel normaal maar het kostte o.a. Galileo bijna zijn kop toen hij aan de hand van waarnemingen met zijn telescoop ontdekte dat niet alles rond de Aarde draait en aantoonde dat de oude geocentrische theorie niet klopte.
Eerste publicatie: 9 augustus 2013
Laatste keer gewijzigd op: 15 oktober 2016