Astronomisch Nieuws

Nabije supernova’s veroorzaakten massale uitsterving op Aarde

Volgens nieuw onderzoek van astronomen verbonden aan de Keele University en de Universidad de Alicante vinden er iedere 2,5 miljard jaar nabije explosies van grote O- en B-type sterren plaats. Dit resultaat ondersteunt het beeld dat dergelijke gebeurtenissen hebben geleid tot een of meer massale uitstervingen op Aarde.

Artist impressie van Zeta Puppis, een O-type ster op een afstand van ongeveer 1400 lichtjaar in het sterrenbeeld Puppis - Achtersteven.
Artist impressie van Zeta Puppis, een O-type ster op een afstand van ongeveer 1400 lichtjaar in het sterrenbeeld Puppis – Achtersteven. Credit: Tahina Ramiaramanantsoa.

De onderzoekers geloven dat een supernova-explosie dicht bij de Aarde verantwoordelijk is voor massale uitstervingen tijdens het Late Devoon en het Ordovicium ongeveer 372 en 445 miljoen jaar geleden.

Tijdens het Ordovicium verdween ongeveer 60% van het gewervelde zeeleven en in het Late Devoon verdween ongeveer 70% van alle soorten en vonden er grote veranderingen plaats in de soorten vis die in onze oude zeeën en meren leefden.

Eerder onderzoek heeft geen duidelijke oorzaak voor beide gebeurtenissen kunnen identificeren, hoewel wordt gedacht dat ze verband houden met de afname van de ozonlaag van de Aarde, die mogelijk werd veroorzaakt door een supernova.

Het nieuwe onderzoek ontdekte dat de snelheid waarmee supernovae in de buurt van onze planeet voorkomen overeenkomt met de timing van beide massale uitstervingen.

Supernova-explosies brengen zware chemische elementen in het interstellaire medium, die vervolgens gebruikt worden om nieuwe sterren en planeten te vormen, aldus de onderzoekers.

Maar als een planeet, inclusief de Aarde, te dicht bij dit soort gebeurtenissen staat kan dit verwoestende gevolgen hebben.

Supernova-explosies behoren tot de meest energieke explosies in het heelal. Als een enorme ster als een supernova bij de Aarde zou exploderen, zouden de gevolgen verwoestend zijn voor het leven op de planeet. Dit onderzoek suggereert dat dit mogelijk al is gebeurd.

De astronomen kwamen tot hun conclusie nadat ze een telling hadden uitgevoerd van massieve OB-sterren binnen een kiloparsec (ongeveer 3260 lichtjaar) van de Zon.

Ze bestudeerden de verdeling van deze sterren om meer te weten te komen over hoe sterrenhopen en sterrenstelsels ontstaan door de Melkweg zelf als maatstaf te gebruiken, en de snelheid waarmee deze sterren in ons sterrenstelsel ontstaan.

Deze telling stelde de onderzoekers in staat om de snelheid te berekenen waarmee supernovae in de Melkweg voorkomen, wat belangrijk is voor waarnemingen van supernovae, en de productie van supernovaresten en massieve stellaire resten zoals zwarte gaten en neutronensterren in het hele heelal.

De gegevens zullen ook nuttig zijn voor de toekomstige ontwikkeling van gravitatiegolfdetectoren die een nuttig hulpmiddel zijn voor wetenschappers die de structuur en oorsprong van het heelal bestuderen.

Als onderdeel hiervan berekende het onderzoeksteam de supernovasnelheid binnen 20 parsec (65 lichtjaar) van de Zon en vergeleek dit met de geschatte snelheid van massa extinctiegebeurtenissen op Aarde die eerder werden toegeschreven aan nabijgelegen supernovae.

Dit sluit extinctiegebeurtenissen uit die verband houden met andere factoren, zoals inslagen van asteroïden of de ijstijden.

Door deze datasets te vergelijken ontdekten de onderzoekers dat hun onderzoek de theorie ondersteunde dat een supernova-explosie verantwoordelijk was voor zowel de Late Devoon- als de Ordovicium-extinctiegebeurtenissen – twee van de vijf bekende massa-extincties in de geschiedenis van de Aarde.

We berekenden de supernovasnelheid dicht bij de Aarde en ontdekten dat deze consistent was met de snelheid van massa-extinctiegebeurtenissen op de planeet die verband hielden met externe krachten zoals supernovae.

Astronomen geloven dat er ongeveer een of tee supernova’s – of mogelijk zelfs nog minder – per eeuw voorkomen in sterrenstelsels zoals de Melkweg, maar het goede nieuws is dat er slechts twee nabijgelegen sterren zijn die binnen de komend miljoen jaar of zo een supernova kunnen worden: Antares en Betelgeuze.

Echter, beide zijn meer dan 500 lichtjaar van ons verwijderd en computersimulaties hebben eerder gesuggereerd dat een supernova op die afstand van de Aarde waarschijnlijk geen invloed zou hebben op onze planeet.

Het onderzoek is gepubliceerd in de Monthly Notices of the Royal Astronomical Society

Artikel: Alexis L. Quintana et al. 2025. A census of OB stars within 1 kpc and the star formation and core collapse supernova rates of the Milky Way. MNRAS, in press; arXiv: 2503.08286v1

Eerste publicatie: 15 maart 2025
Bron: sci-news & anderen