Woordenlijst C

woordenlijst A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Caldwell catalogus

Een lijst met heldere deepsky-objecten samengesteld door Sir Patrick Caldwell-More. De lijst bevat 109 sterrenhopen, nevels en sterrenstelsels die niet in de Messier-catalogus waren opgenomen. Aan elk object wordt een C-nummer toegewezen. Ze zijn geordend in afnemende declinatie, het meest noordelijke object is “C1”, het meest zuidelijke “C109”.

Cassegrain-telescoop

Een telescoopontwerp dat een primaire spiegel gebruikt om licht te reflecteren naar een secundaire spiegel die het licht vervolgens terugkaatst door de buis en door een gat in de hoofdspiegel. Het licht wordt vervolgens scherpgesteld in het oculair, de camera of de lichtdetector. Omdat het licht op zichzelf wordt teruggevouwen s het ontwerp compact in vergelijking met een Newtoniaanse reflector of een refractortelescoop met een vergelijkbare of zelfs kleinere brandpuntsafstand.

De Franse wetenschapper Laurent Cassegrain stelde in 1672 dit ontwerp voor, dat de basis vormt van de huidige populaire Schmidt-Cassegrain- en Maksutov-Cassegrain-telescopen (met de toevoeging van een correctorplaat aan de voorkant).

Catadioptrische telescoop

Een telescoop die zowel spiegels als lenzen bevat. Populaire catadioptrische amateurtelescopen zijn onder meer die van de Maksutov-Cassegrain- en Schmidt-Cassegrain-ontwerpen, die een corrigerende lens aan de voorkant en een spiegel aan de achterkant van de telescoop hebben.

Centrale obstructie

In een reflectortelescoop verhindert de secundaire spiegel dat een deel van het inkomende licht de primaire spiegel bereikt. De centrale obstructie is het aandeel belemmert licht, uitgedrukt als percentage van het binnenkomende licht.

Een 20 cm F/f Newtoniaanse reflector heeft bijvoorbeeld een centrale obstructie van 18%. Een 30 cm Schmidt-Cassegrain (F10) heeft een veel grotere obstructie van 37% vanwege de kortere en compactere optische buis.

Cepheïde variabele

Een soort veranderlijke ster die regelmatig varieert in verhouding tot zijn helderheid. Ze zijn belangrijk in de astronomie en staan bekend als “standaardkaarsen”, omdat hun afstand tot de Aarde eenvoudig kan worden berekend.

Cepheïdenvariabelen zijn onderverdeeld in twee subklassen: klassieke (type I) Cepheïden en type II Cepheïden. De twee klassen verschillen in massa, leeftijd en evolutionaire geschiedenis. De term Cepheïde is vernoemd naar de ster Delta Cephei, de eerste in zijn soort die in 1784 door John Goodricke werd geïdentificeerd. De kenmerken van klassieke Cepheïden werden in 1908 ontdekt door Henrietta Swan Leavitt.

Chandrasekhar-limiet

De maximale mogelijke massa voor een stabiele witte dwerg. Een ster die deze massa overschrijft zal uiteindelijk ineenstorten tot een veel dichtere toestand, zoals een neutronster of een zwart gat. De limiet is vernoemd naar de Indiase astrofysicus Subrahmanyan Chandrasekhar, die deze voor het eerst nauwkeurig berekende in 1930. De limiet van Chandrasekhar is gelijk aan 1,29 zonsmassa.

De Zon overschrijft deze limiet niet en daarom zal onze ster uiteindelijk evolueren naar een witte dwerg en zijn leven beëindigen.

CCD-ruis

CCD-ruis wijst naar ongewenste signalen die in CCD-beelden worden gecreëerd. CCD-camera’s brengen hemellichamen in beeld door miljoenen lichtgevoelige pixels te gebruiken om binnenkomend licht te verzamelen. Wanneer licht op een pixel valt, wordt er een kleine elektrische stroom geregistreerd. De warmte die in het apparaat wordt gegenereerd, produceert echter ook elektrische stromen en dit wordt thermische ruis genoemd. De ruis kan worden verminderd door het apparaat te koelen met behulp van ventilatoren of Peltier-koelsystemen. Een ander soort ruis is intrinsieke ruis, die in het beeld zelf zit.

Chromatische aberratie

De introductie van valse kleuren in een beeld, die wordt veroorzaakt doordat verschillende golflengtes van het licht ongelijkmatig buigen wanneer ze door een lens gaan. Een refractortelescoop maakt gebruik van een achromatische lens bestaande uit een paar divergerende en convergerende lenzen of een apochromatische lens bestaande uit drie lenzen om valse kleuren aanzienlijk te verminderen of volledig te elimineren.

Chromosfeer

Het deel van de atmosfeer van de Zon dat zich tussen het zichtbare “oppervlak” van de fotosfeer en de buitenste corona bevindt. Uit deze laag komen de protuberansen voort.

Circumpolaire ster

Een ster die nooit ondergaat vanaf de locatie van een waarnemer. Vanaf de 50ste breedtegraad zullen bijvoorbeeld alle sterren met een declinatie van groter dan 40° circumpolair zijn.

De term circumpolair is in het algemeen van toepassing op alle objecten die nooit ondergaan vanaf de locatie van een waarnemer. Bijvoorbeeld deepsky-objecten, kometen, etc.

Collimatie

Het proces waarbij de optische elementen van een telescoop worden uitgelijnd.

Coma

De diffuse kop van een komeet die ontstaat wanneer vluchtige stoffen worden verdampt door de straling van de Zon.

Conjunctie

Is de term die wordt gebruikt om de uitlijning van twee hemellichamen te beschrijven, gezien vanaf de Aarde. Als gevolg hiervan verschijnen ze op vrijwel dezelfde positie aan de nachtelijke hemel.

Benedenconjuncties komen voor wanneer een object zich tussen de Zon en de Aarde bevindt. Mercurius en Venus kunnen een benedenconjunctie bereiken. Bovenconjuncties komen voor wanneer objecten zich vanuit ons perspectief aan de andere kant van de Zon bevinden.

Corona

De corona is het buitenste deel van de atmosfeer van de Zon. De corona is zichtbaar tijdens totale zonsverduisteringen en verschijnt als een heldere gloed die zich vanaf het oppervlak van de Zon in alle richtingen naar buiten uitstrekt.

Coronale Massa Ejectie (CME)

Een stroom extreem heet plasma, voornamelijk bestaande uit elektronen en protonen, die uit het oppervlak van de Zon wordt uitgestoten. Een CME wordt ook wel een plasmawolk genoemd.

Correctorplaat

Een lensplaat die in telescopen en camera’s wordt gebruikt om optische aberraties te corrigeren. Schmidt-Cassegrain- en Maksutov-Cassegrain-telescopen hebben een dunne correctorplaat aan de voorkant van de telescoop.