Woordenlijst P

woordenlijst A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Principal Galaxy Catalog (PGC)

De Principal Galaxy Catalog (PGC) is een gedetailleerde lijst met het type, de rotatie-as, de magnitude, de positiehoek en de radiale snelheid van sterrenstelsels in het heelal. Er zijn momenteel 73.197 sterrenstelsels waarnaar in de catalogus wordt verwezen.

Parallax

De schijnbare verschuiving van een nabije ster, gemeten ten opzichte van verder weggelegen achtergrondsterren. De positie van de ster wordt met tussenpozen van zes maanden gemeten wanneer de Aarde zich aan weerszijden van zijn baan bevindt. De resulterende kleine hoekverschuiving kan worden gebruikt om de afstand te berekenen.

Een ster met een parallaxhoek van één boogseconde (1/3600ste graad) bevindt zich op één parsec oftewel 3,26 lichtjaar van de Aarde, in werkelijkheid is geen enkele ster (behalve de Zon) zo dichtbij. Alpha Centauri, het dichtstbijzijnde stersysteem, heeft een parallax van 0,75 boogseconden, wat overeenkomt met een afstand van 4,3 lichtjaar.

Parsec

De afstand tot een ster als deze een parallaxhoek heeft van één boogseconde (1/3600ste graad). De parallaxhoek is de helft van de hoekafstand waarover een nabije ster lijkt te bewegen ten opzichte van verre achtergrondsterren, wanneer de Aarde halverwege haar baan reist. Eén parsec is gelijk aan 3,26 lichtjaar.

Penumbra

Het schaduwgedeelte dat optreedt tijdens een gedeeltelijke verduistering en veel lichter is dan de donkere schaduw van een volledige verduistering.

De penumbra verwijst ook naar het buitenste gebied van een zonnevlek.

Perifeer zicht

Een techniek waarmee waarnemers meer details kunne detecteren bij het waarnemen van astronomische objecten. Het houdt in dat het oog iets opzij van het object wordt geplaatst wanneer je door het oculair kijkt. Hierdoor valt het binnenkomende licht op een gevoeliger deel van het netvlies.

Perigeum

Vertegenwoordigt de dichtstbijzijnde naderingsafstand voor een object in een baan om de Aarde.

Perihelium

Het punt in de baan van een object dat het object dichtst bij de Zon brengt.

Pickering schaal

De schaal ontwikkeld door de Harvard-astronoom William Pickering en die de waarneemomstandigheden vertegenwoordigt. De schaal loopt van 1 tot 10 met een beoordeling van 1 als zeer slecht zicht en een beoordeling van 10 als perfect zicht.

Pixel

De basiseenheid van een elektronisch opgeslagen beeld. Veel pixels (of beeldelementen) worden gecombineerd om het effect van één vloeiend beeld te geven.

Planetaire nevel

Wanneer sterren zoals de Zon aan het einde van hun leven komen, stoten ze een gasschhil uit die gloeit als gevolg van ionisatie uit de resterende kern van de ster. Planetaire nevels hebben doorgaans een diameter van ongeveer een lichtjaar en zin er vaak schitterend uit op afbeeldingen en foto’s met lange belichtingstijden. De naam werd bedacht door William Herschel, die dacht dat ze op planeten leken, ook al hebben ze er geen enkele connectie mee.

Er zijn geen planetaire nevels zichtbasar met het blote oog, maar de helderste exemplaren zijn zichtbaar in verrekijkers en kleine telescopen. Voorbeelden zijn de Ringnevel – Messier 57, de Halternevel – Messier 27 en de Helixnevel – NGC 7293.

Planetesimaal

Een vast lichaam dat rond een jonge ster draait. Kometen en asteroïden zijn overgebleven planetesimalen die botsingen met planeten hebben vermeden en als afzonderlijke entiteiten hebben overleefd

Planetoïde

Is een andere term voor kleine planeet of asteroïde. De officiële naam voor asteroïden zoals gebruikt door de Internationale Astronomische Unie is kleine planeet.

Planisfeer

Een sterrenkaart die wordt gebruikt om weer te geven welke sterren zichtbaar zijn op een bepaalde datum en tijd vanaf een bepaalde breedtegraad. Een planisfeer bestaat uit twee cirkelvormige lagen. De onderste laag bevat een afbeelding van de sterren en sterrenbeelden en de bovenste laag heeft een transparant gedeelte. Door de bovenste laag naar de gewenste datum en tijd te draaien wordend de sterren die momenteel zichtbaar zijn door het bovenste venster weergegeven.

Plössl oculair

Een type oculair dat relatief goedkoop is maar een beeld van goed kwaliteit biedt met een redelijk groot beeldveld.

Plutoïde

Een nieuwe categorie objecten die in 2006 door de Internationale Astronomische Unie werd gedefinieerd na de degradatie van Pluto van de status van planeet naar dwergplaneet. Een plutoïde is een dwergplaneet die buitend e baan van Neptunus voorkomt. Het wordt gedefinieerd als een bijna bolvormig object dat zijn baan nog niet heeft vrijgemaakt van kleine asteroïden en meteoroïden en een baan heeft die het voorbij de baan van Neptunus brengt.

Momenteel zijn er twee plutoïden bekend: Pluto en Eris.

Poolzoeker

Dit is een kleine lenzentelescoop die in een equatoriale montering is gemonteerd om te helpen bij de polaire uitlijning. De zoolzoeker is uitgelijnd langs de poolas van de telescoop en bevat een dradenkruis en een constellatie/stermarkeringen voor centrering op de noordelijke of zuidelijke hemelpool.

Nauwkeurige uitlijning op de pool is essentieel voor het maken van beelden van goede kwaliteit met een lange belichtingstijd, waarbij het sterrenveld moet worden gevolgd. Dit is gemakkelijker te bereiken op het noordelijk halfrond, waar de helder ester Polaris als markering kan worden gebruikt.

Poolster

Voor het noordelijk halfrond is de huidige poolster de ster Polaris – alpha UMi. De ster wordt zo genoemd omdat het de dichtstbijzijnde heldere ster is bij de noordelijke hemelpool.

Er is momenteel geen heldere ster boven de zuidelijke hemelpool.

Positiehoek

Wordt gebruikt om de hoek tussen twee sterren in binaire of meervoudige stersystemen te beschrijven. De positiehoek wordt met de klok mee gemeten vanuit het noorden, van de primaire naar de secundaire ster.

Precessie

De geleidelijke cirkelvormige “wiebel” van de rotatie-as van de Aarde, vergelijkbaar met die bij een tol. Het effect is al duizenden jaren bekend en het duurt 25.800 jaar voordat de Aarde één cyclus heeft voltooid.

Prominence

Een grote gaswolk, voornamelijk waterstof, die zich vanuit de corona van de Zon naar buiten uitstrekt. Protuberansen die zich losmaken van de corona worden coronale massa ejecties (plasmawolken) genoemd.

Protoplanetaire schijf

De schijf van stof en gas rond een nieuw gevormde ster. Er wordt aangenomen dat planetenin zo’n schijf ontstaan.

Protoplanetaire nevel

De eerste fase in de vorming van een planetaire nevel. Het is een gloeiende wolk van gas en stof die een ster omringt die zijn buitenste lagen heeft weggeblazen en de kernfusie heeft stopgezet. De term wordt in de astronomie ook gebruikt om de materie schijf rond een ster te beschrijven waarin planeten kunnen ontstaan.

Protoster

Dichte wolken van gas en stof die onder zwaartekracht zijn gaan samentrekken. Dit markeert het begin van het stervormingsproces. De kern van een protoster is echter niet heet genoeg om kernfusie op gang te brengen, het mechanisme waarmee sterren zichzelf van energie voorzien.

Pulsar

Een snel roterende neutronenster die stralen van elektromagnetische straling produceert in de vorm van röntgenstraling of gammastraling. Pulsars die meer dan 1000 keer per seconde roteren worden millisecondepulsars genoemd.