Het sterrenbeeld Vulpecula – Vosje
Vulpecula is een sterrenbeeld aan de noordelijke sterrenhemel. Vulpecula is Latijn voor “kleine vos”. Het sterrenbeeld heeft alleen maar zwakke sterren. We kunnen het zien in het midden van de Zomerdriehoek die door de heldere sterren Wega, Aquila en Deneb wordt gevormd.
Vulpecula is aan het einde van de 17de eeuw geïntroduceerd door de Poolse astronoom Johannes Hevelius. Er is geen associatie met een mythologische figuur. Hevelius noemde het sterrenbeeld Vulpecula cum Anser, de kleine vos met de gans. Het sterrenbeeld werd dan ook voorgesteld als een vos met een gans in zijn bek. De sterren werden later opgedeeld tot de sterrenbeelden Anser en Vulpecula en nog later weer samengevoegd tot het sterrenbeeld Vulpecula. De gans verdween uit de naam van het sterrenbeeld. Het enige wat daar nog aan herinnert is de naam van Alpha Vulpeculae die ook wel Anser wordt genoemd.
Vulpecula heeft een paar interessante deep sky objecten zoals de Halter-nevel (Messier 27), het elliptische sterrenstelsel NGC 7052 en Brocchi’s Cluster.
In 1967 ontdekten Jocelyn Bell en Antony Hewish de allereerste pulsar (PSR B1919+21) in het sterrenbeeld.
Het sterrenbeeld bevat vier sterren met een planeet.
Vulpecula behoort met Aquila, Ara, Centaurus, Corona Australis, Corvus, Crater, Crux, Cygnus, Hercules, Hydra, Lupus, Lyra, Ophiuchus, Sagitta, Scutum, Sextans, Serpens en Triangulum Australe tot de Hercules-familie van sterrenbeelden.
Gegevens Sterrenbeeld
Nederlandse naam | Latijnse naam | Afkorting | Genitief |
Vosje | Vulpecula | Vul | Vulpeculae |
Zichtbaarheid | Mei – November (aangegeven zijn de maanden waarin het sterrenbeeld om 22 uur boven de horizon staat) voor waarnemers tussen de 90ste en -5de breedtegraad | ||
Grootte | In grootte is Vulpecula het 54ste sterrenbeeld. het sterrenbeeld beslaat een oppervlakte van 268 (°)2 aan de sterrenhemel | ||
Omgeving | Het sterrenbeeld wordt omringd door Cygnus, Lyra, Hercules, Sagitta, Delphinus en Pegasus | ||
Meteorenzwermen | Er zijn geen meteorenzwermen beschreven in Vulpecula |
Download de IAU-kaart van het sterrenbeeld Vulpecula – Vosje als pdf
Vulpecula op oude sterrenkaarten
Gegevens sterren
Ster | Naam | Betekenis | Helderheid (magnitude) | Afstand (lichtjaar) |
α Vul | Anser | Gans | 4,43 | 296,5 |
1) Deze namen zijn geautoriseerd door de Internationale Astronomische Unie. Alleen de sterren die een naam hebben zijn opgenomen in het overzicht.
Verhaal
Er is geen mythologische figuur geassocieerd met het sterrenbeeld. Vulpecula werd in 1687 door Johannes Hevelius geïntroduceerd. Hij plaatste het naast twee andere sterrenbeelden die ook jagende dieren voorstellen: Aquila, de Arend en de gier, dit is het sterrenbeeld Lyra – Lier dat er mee werd geassocieerd.
Hevelius zei dat Vulpecula et Anser, de kleine vos en de gans, een vos voorstelde die een gans naar Cerberus brengt. Cerberus is de hond die in de Griekse mythologie de ingang van de onderwereld bewaakt. Hevelius had ook het sterrenbeeld Cerberus ontworpen maar dit sterrenbeeld wordt al heel lang niet meer gebruikt.
Vulpecula et Anser werd later opgedeeld in twee sterrenbeelden: de vos en de gans maar later weer samengevoegd onder de naam Vulpecula waarbij de helderste ster de naam Anser kreeg en nu de gans voorstelt.
De sterren van Vulpecula
Alpha Vulpeculae – Anser – α Vulpeculae
Alpha Vulpeculae is een ster met een visuele helderheid van magnitude 4,4 die zich op een afstand van ongeveer 297 lichtjaar bevindt. Het is de helderste ster van het sterrenbeeld. Anser wordt soms ook wel Lucida Anseris of Lukida genoemd.
Alpha Vulpeculae vormt samen met 8 Vulpeculae een wijde optische dubbelster. 8 Vulpeculae bevindt zich op een afstand van 484 lichtjaar van de Zon en heeft een visuele helderheid van magnitude 5,8.
23 Vulpeculae
23 Vulpeculae is de op één na helderste ster in het sterrenbeeld. De ster bevindt zich op een afstand van ongeveer 328 lichtjaar en heeft een visuele helderheid van magnitude 4,52. 23 Vulpeculae is een dubbelster.
31 Vulpeculae
31 Vulpeculae is de op twee na helderste ster in het sterrenbeeld. De ster bevindt zich op een afstand van 217 lichtjaar en heeft een helderheid van magnitude 4,6. Het is een veranderlijke ster van spectraalklasse G.
V452 Vulpeculae
V452 Vulpeculae is een dubbelster die 0,3° ten oosten van de Halter-nevel is te zien. De hoofdster is een ster van spectraalklasse K en de begeleider is een rode dwerg. De sterren hebben een helderheid van magnitude 6,1 resp. 10,1 en ze draaien met een periode van 3200 jaar om een gemeenschappelijk zwaartepunt. V452 Vul is al met een goede verrekijker te zien.
De hoofdster is veel minder helder dan de Zon. De ster heeft een massa van 0,82 * de Zon. De lichtkracht bedraagt slechts 0,26 * de Zon. De ster is ook geclassificeerd als een BY Draconis-veranderlijke ster. Dit zijn sterren die in helderheid variëren doordat ze zijn bedekt met zonnevlekken. Deze zonnevlekken zorgen er voor dat de lichtkracht met 1.5% kan variëren.
In oktober 2005 werd er een planeet ontdekt in een baan om de hoofdster. Het is een zogenaamde hete Jupiter. Het is de eerste planeet die werd ontdekt met koolstofdioxide in zijn atmosfeer.
R Vulpeculae is een variabele van het Mira-type. De helderheid varieert tussen magnitude 7,4 en 13,7 met een periode van 137 dagen.
T Vulpeculae is een Cepheide met een periode van 4,43 dagen. De helderheid varieert tussen 5,4 en 6,1.
CK Vulpeculae – Nova Vulpeculae 1670
CK Vulpeculae is ook bekend als Nova Vulpeculae 1670 en het is mogelijk de oudste gecatalogiseerde nova. Het bestaat uit een zwak centraal object omgeven door een gaswolk die met een snelheid van ongeveer 210 kilometer per seconde uitdijt als een bipolaire nevel. Modellen laten zien dat CK Vulpeculae vermoedelijk geen klassieke nova is maar als een heldere rode nova geclassificeerd moet worden: de rode nova is het resultaat van twee hoofdreekssterren die met elkaar in botsing zijn gekomen en met elkaar zijn versmolten.
CK Vulpeculae werd op 20 juni 1670 ontdekt door Voituret Anthelme en onafhankelijk van hem op 25 juli 1670 door Johannes Hevelius. De nova had een maximale helderheid van ongeveer magnitude 3 tijdens zijn ontdekking maar de helderheid zwakte redelijk snel af. In maart 1671 was een tweede maximum zichtbaar van ongeveer magnitude 5,5 – 6. Hevelius en ook Giovanni Cassini volgden de nova in de lente en de zomer totdat die niet meer met het blote oog zichtbaar was. Een laatste zwakke uitbarsting van magnitude 5.5 – 6.0 werd door Hevelius in maart 1672 waargenomen. Eind mei 1762 was de nova niet meer zichtbaar met het blote oog.
In die periode werkte ook John Flamsteed aan zijn stercatalogus en hij gaf de nova de aanduiding 11 Vulpeculae. Omdat de ster eeuwenlang niet werd gezien werd de ster door Francis Baily als een van de verloren sterren van Flamsteed aangemerkt.
De deep sky objecten van Vulpecula
Messier 27
Andere benamingen: M27, NGC 6853, Halter-nevel
Type Object: planetaire nevel
Afstand: 1250 lichtjaar
Visuele helderheid: 7.4
Schijnbare grootte: 8.0*5.7 boogminuten
M27 is een planetaire nevel die zich op een afstand van 1250 lichtjaar van de Aarde bevindt. De centrale stervende ster is gedurende 48.000 jaar bezig zijn buitenste lagen af te stoten. Die ster die hier verantwoordelijk voor is, is een extreem hete blauwe dwerg die enorme hoeveelheid hoogenergetische straling uitstoot en die voor het blote oog onzichtbaar is. Deze straling komt in contact met het gas van de nevel. Omdat de straling een golflengte heeft van voornamelijk 500 nm (dubbel geïoniseerd zuurstof) krijgt de nevel op fotografische afbeeldingen zijn karakteristieke groene kleur. In telescopen met een opening vanaf 30 cm is te zien dat de centrale ster een begeleider heeft.
De Halter-nevel is een lastig object om op te zoeken. Ga uit van het sterrenbeeld Sagitta. Neem de tijd om de pijlvorm van Sagitta te leren herkennen tussen de andere sterren in. In gedachten meet je de afstand op tussen de sterren Delta en Gamma en richt dan je verrekijker of de zoeker van je telescoop deze zelfde afstand recht ten noorden van de ster Gamma: Bingo! In een verrekijker zal M27 er uitzien als een ster die niet scherp is gesteld. Wellicht zie je M27 in de zoeker van je telescoop helemaal niet. Maar in je telescoop? Begin met een niet al te sterke vergroting!
Charles Messier nam de planetaire nevel voor het eerst waar op 12 juli 1764. Messier noteerde: ik heb een nevel gevonden in Vulpecula, om precies te zijn tussen de twee voorpoten. De nevel is eenvoudig te zien in een kleine telescoop. Gezien door mijn grote telescoop lijkt de vorm ovaal, de diameter is ongeveer 4 boogminuten.
William Herschel publiceerde nooit iets over zijn waarnemingen van de Messier-objecten maar uit zijn persoonlijke aantekeningen weten we dat zijn vrouw Caroline de nevel op 30 september 1782 waarnam toen ze op zoek was naar kometen. Het is Sir John Herschel die de vorm van de planetaire nevel als eerste als een halter omschreef. Hij was ook de eerste die aangaf dat dergelijke objecten (NGC 3242, NGC 6572, NGC 6826, NGC 7009, NGC 7662) niet langer kunnen worden gezien als een aggregatie van zonnen maar als grote lichtgevende gaswolken.
NGC 7052
NGC7052 is een elliptisch sterrenstelsel met een visuele helderheid van magnitude 13,4. Het stelsel bevindt zich op een afstand van ongeveer 191 miljoen lichtjaar. Om de kern van het stelsel bevindt zich en stofschijf die vermoedelijk is overgebleven na een botsing met een ander sterrenstelsel. Deze stofschijf zal uiteindelijk door het zwarte gat in de kern van het stelsel worden opgeslokt.
NGC 6820 en NGC 6823
NGC 6820 is een emissie nevel die de open sterrenhoop NGC 6823 omhuld. Beiden bevinden zich in de buurt van M27. De open sterrenhoop heeft een doorsnede van ongeveer 50 lichtjaar en bevindt zich op een afstand van 6000 lichtjaar. In het centrum van NGC 6823 bevinden zich verschillende jonge blauwe sterren.
NGC 6885 – Caldwell 37
NGC 6885 is een open sterrenhoop die een visuele helderheid van magnitude 5,7 tot 8.1 heeft. De open sterrenhoop bevindt zich op een afstand van ongeveer 1950 lichtjaar. NGC 6885 bevindt zich in de buurt van Messier 27 en bevindt zich om een heldere ster die met het blote oog zichtbaar is.
Collinder 399 – Brocchi’s cluster – Al Sufi’s Cluster
Collinder 399 is een groep sterren die zich in de buurt van de grens met het sterrenbeeld Sagitta bevindt. De helderste sterren vormen de Kleerhanger, een heel bekend asterisme.
Collinder 399 is ook bekend als Al Sufi’s cluster. Al Sufi was een Perzische astronoom die in 964 de groep sterren ontdekte en beschreef in zijn Boek van gefixeerde Sterren.
De Italiaanse astronoom Giovanni Hodierna ontdekte de groep sterren in de 17-de eeuw en de amateurastronoom Brocchi maakt een sterrenkaart van de sterrenhoop die gebruikt kon worden voor het kalibreren van fotometers. In 1931 voegde de Zweedse astronoom Per Collinder de groep sterren toe aan zijn catalogus van open sterrenhopen.
Pulsars
PSR B1919+21
PSR B1919+21 is de eerste pulsar die werd ontdekt. De naam PSR B1919+21 is afkomstig van het woord pulsar en de declinatie en de rechte klimming van de locatie van de pulsar. De pulsar werd in 1967 ontdekt door de Britse Jocelyn Bell en Antony Hewish. In eerste instantie dachten ze aan het signaal van een buitenaardse beschaving maar later bleek het te gaan om een pulsar. Het waren de astronomen Thomas Gold en Fred Hoyle die aantoonden dat de signalen afkomstig waren van zeer snel draaiende neutronensterren met een sterk magneetveld. De pulsar bevindt zich op een afstand van 2283 lichtjaar en heeft een periode van 1,3373 seconden met een pulsbreedte van 0,04 seconde.
De Britse popgroep Joy Division gebruikte op de hoes van hun debuut album Unknown Pleasures een afbeelding van de radiopulsen van de pulsar.
PSR B1937+21
PSR B1937+21 is de allereerste milliseconden pulsar die is ontdekt. De pulsar bevindt zich in de buurt van PSR B1919+21. De pulsar werd in 1982 ontdekt.
PSR B1937+21 heeft een rotatiesnelheid van 1,557708 milliseconden. Dat komt overeen met bijna 642 omwentelingen per seconde.
Eerste publicatie: 29 juli 2009
Laatste keer bewerkt op: 24 april 2022